Tuesday, August 3, 2010

Cousteau achterna

Het Great Barrier Reef, de natte droom van elke duiker. Dit konden we moeilijk aan ons laten voorbij gaan...

Enkele uurtjes in Cairns en we zaten al aan de schoolbanken technische duikkennis in onze hersenen te pompen. Ik voelde me terug in `t Spes (mijn Kuurnse middelbare school) en dat op een Australische rondrit! Gelukkig hadden we een supergrappige Japanse instructeur! Zijn accent was hilarisch, alsook zijn fysieke expressies om zijn soms onverstaanbare Engelse woorden beter uit te leggen. Naast het technische gedeelte versleten we ook enkele uren in de zwemkom op 4m diepte om aan apparatuursgewenning te doen.

Na 2 dagen stonden we voor dageraad klaar om op ons driedaags drijvend hotel te springen. Vier uur en enkele anti-zeeziekpillekes later, hadden we onze duikerstenue aan, klaar om voor de eerste maal in deze watermassa te duiken. Ik moet het toegeven de eerste duik heb ik niet zo op de kleurrijke fauna gelet, maar was ik meer bezig met het gelijkstellen van mijn oren aan de druk! Een voor Servaas supermoeilijke opdracht, zijn neus bloedde er zelfs van!

Na vier duiken met de zotte Jap en de nodige oefeningskes/ examens ( wat moet je doen als je zonder zuurstof zit, de essentiele duikers gebarentaal, etc.) werden we alleen met ons tweetjes losgelaten into the deep blue. Tijdens de cursus hadden we geleerd met een kompas te werken en rekening te houden met de stroming enzo om onze richting te bepalen. Ik zou nu kunnen beweren dat we dit heel goed onder de knie hadden en op het einde van elke duik steevast aan de achterkant van de boot opdoken, maar helaas moet ik u ontgoochelen. We maakten echter gebruik van een iets minder gesofisticeerde techniek: Uw hoofd boven water steken en kijken waar de boot ergens lag om er vervolgens via het wateroppervlak naartoe te ploeteren. Soms kwamen we boven en keken we vol verwachting in de richting waar we dachten dat de boot lag, maar zagen we niets anders dan water en moesten we ons 180 graden draaien om alsnog onze rots in de branding te vinden. Met andere woorden ons orientatievermogen was zogoed als onbestaande.

Hoewel we al gecertificeerde duikers waren, zwommen we nog een laatste maal in het kielzog van de Jap. En maar goed ook, want dit gebeurde in een pikdonkere, griezelige nachtduik! Op m`n eentje ging ik waarschijnlijk niet eens weten waar boven of onder was. Met een mini-zaklamp in de hand geduwd, sprong je in het zwarte gat op zoek naar enige nachtelijke activiteit. Als laatste zwemmen vergde toch enige durf, gezien haaien nachtelijke roofdieren zijn.. En jawel we hebben er een gespot! Verder zagen we nog slapende reuzenschilpadden, een prachtige lionfish (googelt die maar eens), ... Overal vanuit de koralen zag je kleine rode oogjes je bespieden, gelukkig hadden ze ons op voorhand verteld dat de oogjes van kreeften waren.

Naast het duiken hadden we ook een plezante tijd aan dek met een internationaal gezelschap van tussen de 20 a 30 jaar. Vooral onze buurlanden waren goed vertegenwoordigd.

Na drie dagen op een boot en met 9 duiken op zak stonden we weer op het vasteland. Al leek dit niet zo vast, ons evenwichtssysteem was zo in de war dat we ons nog 2 dagen op de boot waanden en al schommelend door de straten strompelden.


Sfeerbeelden vanop het dek




Onze kiekjes








De proffesionele kiekjes (beestjes die we gespot hebben)